Dit opiniestuk is geschreven door Suzanne Elias (MVO Nederland) en Sybren Bosch (Copper8)
Vandaag klinkt in Den Haag de Troonrede. Een andere dan die Koning Willem-Alexander op Prinsjesdag uitspreekt. Vandaag – op Duurzame Dinsdag, de eerste dinsdag van september – is het woord aan Louise Vet. Als bioloog met een brede interesse in ecologie en evolutie zal zij zeker aandacht besteden aan het belang van biodiversiteit in de huidige klimaatcrisis. En dat is mooi – want keihard nodig. Er zit een addertje onder het gras als je kijkt naar hoe Nederland scoort op de SDG’s – de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
Mooie score, zou je zeggen
Een blik op de lijstjes en onderzoeken. Op de wereldwijde SDG Index 2018, waarin alle landen punten krijgen op basis van hun prestaties op de 17 hoofddoelen en 169 subdoelen, scoren we 79,5 van de 100 punten. Daarmee staan we op plek 11, met boven ons alleen andere West-Europese landen. Hetzelfde blijkt uit de laatste Monitor Brede Welvaart, samengesteld door het CBS. Een mooie score, zou je zeggen.
Eén puntje van nuance: bij het opstellen van deze lijst is het uitgangspunt dat alle SDG’s gelijkwaardig zijn. In prioriteit voelt dat ongetwijfeld ook zo, en bij het verdelen van punten is dat ook de makkelijkste methode. Maar hier zit die belangrijke nuance: een aantal SDG’s is op lange termijn randvoorwaardelijk voor het realiseren van andere SDG’s. En dan blijkt onze prestatie toch iets ingewikkelder in elkaar te zitten.
Van samenhang naar randvoorwaardelijkheid
De 17 doelen vormen een gezamenlijke, samenhangende agenda. En terecht: vaak helpt de realisatie van het ene doel ook bij realisatie van het andere doel. Bijna iedere innovatie, ontwikkeling of samenwerking draagt bij aan het behalen van meerdere SDG’s. Wat we ons echter niet beseffen, is dat sommige doelen (voorbeeld: SDG 2, No hunger) niet mogelijk zijn zonder andere doelen (SDG 15, Life on land). Terwijl andersom het leven op land prima kan floreren met een hongerige bevolking. Een voorbeeld van randvoorwaardelijkheid tussen SDG’s.
Er zijn twee verschillende modellen die geprobeerd hebben dit te vatten. De meest bekende is het Wedding Cake-model, van het Stockholm Resilience Institute. Zij benoemen drie lagen: de Biosphere (4 doelen), de Sociosphere (8 doelen) en de Economy (4 doelen). Ook het Londen International Development Centre heeft zo’n model gemaakt, dat tevens door PBL gebruikt wordt. Ook zij gaan daarin uit van drie lagen: de natuurlijke omgeving (3 doelen); productie, distributie & levering (7 doelen) en welzijn (6 doelen).
Een visualisatie van het Wedding Cake Model van de SDG’s (Stockholm Resilience Institute)
In beide modellen zit die randvoorwaardelijkheid en daarmee hiërarchie tussen doelen. De onderste lagen in het model zijn hierbij randvoorwaardelijk voor de lagen daarboven. In beide modellen zijn het aanpakken van klimaatverandering (SDG 13), het beschermen van zeeën en oceanen (SDG 14) en het behoud en herstel van ecosystemen (SDG 15) randvoorwaardelijk voor alle andere SDG’s.
Nederland scoort een dikke onvoldoende op haar natuurlijke omgeving
Beide modellen zien de natuurlijke omgeving als randvoorwaardelijk voor duurzame ontwikkeling op de lange termijn. Dus: wanneer we deze doelen niet halen, worden op lange termijn de andere doelen onmogelijk te realiseren. Terug naar het voorbeeld van voedselproductie: zonder veerkrachtig leven op land (SDG 15) hebben we geen voedsel meer, en ontstaat honger (SDG 2).
Ondanks dat beide modellen in nuance verschillen, maken SDG’s 13 en 14 in beide modellen onderdeel uit van de onderste en meest belangrijke laag. En laten het nu net die twee SDG’s zijn waarop wij als Nederland een dikke onvoldoende scoren. Dat bleek ook weer uit de Monitor Brede Welvaart van het CBS. Daarvoor moeten we dus hard aan de slag.
Positie Nederland binnen de EU per SDG-doelstelling. Bron: CBS, Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals 2018
Samen de basis op orde
We moeten allemaal doordrongen raken van dit belang van biodiversiteit en natuur. Politici en beleidsmakers zouden dit thema moeten betrekken, bijvoorbeeld bij keuzes over de uitvoering van het Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord en de realisatie van de visie op kringlooplandbouw van minister Schouten (LNV). Biodiversiteit en natuur komen namelijk in al deze vraagstukken terug. In het geval van energiebeleid: bij zonnepanelen op weilanden. In de transitie naar een circulaire economie: de wijze waarop we biologische grondstoffen winnen. Bij landbouw: als het gaat om het grootschalig verbouwen van katoen met oog voor de bodem.
Verantwoordelijkheid van bedrijven
Ook ieder bedrijf heeft een verantwoordelijkheid om zijn impact op natuur en biodiversiteit te verminderen en waar mogelijk te herstellen. Voor veel ondernemers is dit nog een blinde vlek, zo blijkt uit de Nieuwe Businessagenda van MVO Nederland. Bewustwording is dus hard nodig. Wat is eigenlijk je impact, en wat kan je er aan doen? Zoals wel vaker het devies is als het gaat om duurzaam ondernemen: begin met het laaghangend fruit. Werkelijk ieder bedrijf kan een bijdrage leveren aan het vergroten van de biodiversiteit, of het nu sterk verbonden is met je eigen bedrijfsvoering of niet.
Biodiversiteitsherstel
Om écht goed te scoren op de SDG’s, zullen we dus biodiversiteitsbehoud en -herstel als basis moeten nemen. Want alleen met het behoud van onze natuurlijke systemen kunnen we ons op lange termijn blijven ontwikkelen. Door samen te werken met de vele initiatieven die er al zijn (SDG 17!) kunnen we hier komend jaar grote stappen op zetten.
Gemiddeld doen we het in Nederland best heel goed op het gebied van de SDG’s. Nu is het belangrijk om ook de basis op orde te krijgen. Dat begint met biodiversiteitsherstel. Zodat we over een paar jaar met trots kunnen zeggen dat wij óók onze randvoorwaardelijke SDG’s op orde hebben.